Alle wandelingen in de Ardennen

Het begin van de lus bevindt zich ter hoogte van de brug van de spoorlijn. Voor informatie over de streek, aarzel niet om naar de Dienst voor Toerisme te gaan, net naast het station.

Op 1km, stuurt de zuidzijde van de weg zijn wateren naar het bekken van de Ourthe, terwijl de noordzijde van de weg naar het stroomgebied van de Amblève loopt.

Het dorp de Ourthe, aan de bronnen van de rivier waarvan het de naam draagt, heeft het lot van de grensgemeenten verbeterd... Geslingerd van Frankrijk naar Pruisen, deel van het Koninkrijk der Nederland en later behorend tot het Groothertogdom Luxemburg, werd het ondanks alles nog afgestaan aan België in 1831. Duitsland annexeert het tijdens de Tweede Wereldoorlog voordat het opnieuw Belgisch werd!

Bij het naderen van Wathermal, suggereren de witte toren en de klokkentoren die het groene landschap overstijgen de bucolische charme van dit oude dorp. Misschien hoort u de klokken luiden van 1369, die getuigen van de eerbiedwaardige leeftijd van de prachtige monumentale kapel vanop een rots met uitzicht over een aantal mooie gebouwen met dikke muren?

In een paar stappen, eenmaal over de kam en op een hoogte van 540 m, komt u in een ander land terecht. Zware gietijzeren grenspalen met de Belgische en Luxemburgse wapenschilden tooien het landschap.

De grenspaal 284 is bijzonder goed bewaard gebleven, ondanks de gevechten van de Slag om de Ardennen.

Huldange is een klein dorpje in de buurt van de bronnen van de Woltz. Het herbergt de hoogste punten van Luxemburg, de resterende heuvels van de erosie-oppervlakte van de Ardennen, de "Buurgplatz" en de heuvel "Kneiff".

Een beetje verder kan het dorpsgeheel worden overschouwd vanuit Basbellain en Hautbellain. Deze "tweeling"- dorpen worden ingeplant in een lichte depressie in verhouding met de omliggende pieken. De etymologie oorsprong van de Bellain komt van "Belsonancum", die is afgeleid van de naam van de Keltische zonnegod Bel Grand of Belennos, wijd verspreid over heel Gallië.

Het gebied NATUA 2000 ZSC LU1038 "Cornelysmillen" met een oppervlakte van 291 ha beslaat het verlengde dal van de voormalige visvijvers van Cornelysmillen en de naburige valleien, die onder meer de broedplaatsen van de blauwe vuurvlinder herbergen (Lycaena helle).

De geschiedenis en de ontwikkeling van het dorp Troisvierges zijn nauw verwant aan die van de parochie van Basbellain. In 1628 blijft het een klein gehucht van 46 inwoners. De bedevaart naar het klooster van de Franciscanen is verantwoordelijk voor een eerste groei van de bevolking: 290 inwoners in 1787. De ontwikkeling van de spoorwegen zal op zijn beurt in grote mate bijdragen tot de bevolkingsgroei van Troisvierges.