SAINT-HUBERT - HURTEBISE (De abdij van Saint-Hubert - Het Onze-Lieve-Vrouwklooster van Hurtebise )

Een reis van legenden

Saint-Hubert,de Europese hoofdstad van de jacht, is ook een plek voor bezinning. Het erg uitgestrekte woud is een onuitputtelijke bron voor wandeltochten, die tot de mooiste van het land behoren. Het is ook een open boek op de wondere middeleeuwse wereld.

À Saint-hubert

A - De abdijkerk


Het interieur van deze abdijkerk is gotisch, maar bevat ook enkele renaissance-elementen. De kerk werd in 1927 een basiliek. De romaanse crypte uit de elfde eeuw bestaat nog. De kerk telt vijf beuken, een kooromgang en enkele kapellen. Dit uitzonderlijk Waals erfgoed herbergt een doorlopende tentoonstelling over de verering van de heilige Hubertus.

À Saint-hubert

B - De legende en de abdij

We schrijven 683. In het immense Ardense woud gaat een jongeman, Hubertus, in alle stilte op jacht. Plots ziet hij een groot hert. Hij richt zijn boog tussen de hoorns van het gewei, wanneer hij plots een stralend kruis ziet verschijnen. Deze openbaring zal de voordien nogal lanterfantende edelman van het hof van de Vadsige Koningen, bekeren. Omdat hij iemand van hondsdolheid zou hebben genezen, wordt hij de beschermheilige van de jagers. Tot zover de legende, in werkelijkheid liep het iets anders. In de zevende eeuw was Hubertus prediker in contreien waar het christendom maar moeilijk voet aan de grond kreeg in dit donker massief. Hij wordt de eerste bisschop van Luik en sterft in 727. Zijn stoffelijk overschot wordt overgebracht naar de Ardennen, op het afgelegen plateau van Andage. Benedictijnen vestigden er zich en stichtten een abdij, één van de oudste en meest illustere van West-Europa. De verering van de heilige Hubertus begint hier en het stadje krijgt zijn naam. De benedictijnenabdij was in de elfde eeuw erg welvarend en zal een aantal priorijen oprichten. In 1729 werd ze heropgebouwd en ze geldt nu nog altijd als een architecturale parel in het hart van het Ardense bos.

Sint-Hubertusfeest

Wist u dit?


Net als in alle afgelegen gebieden, was het ook een hele opgave om het christendom te doen doordringen in de Ardennen. Zelfs de vastberadenheid van predikers zoals Remacle en de heilige Hubertus, die werkelijk tot het uiterste gingen en door moerassen en dichte wouden trokken, zal het volksgeloof nooit helemaal kunnen uitroeien. De legendes bleven tot op vandaag voortleven.

À Saint-hubert

C - Het oude hospitaal


In de elfde eeuw aarzelden de pelgrims niet om door het Ardense massief te trekken om de heilige Hubertus te kunnen vereren. Uitgeput en verkleumd vonden ze in een hospitaal de nodige troost en opvang.

 

Wist u dit?

Het huidige hospitaal lijkt niet veel meer op wat het was in de middeleeuwen. Koning Leopold I zal er een 'klein' optrekje van maken. Vandaag is het een hotel-restaurant en een wijnbar.

 

À Saint-hubert

D - Het Onze-Lieve-Vrouwklooster van Hurtebise


Op de Abdijenroute, op enkele stappen van Saint-Hubert, ligt een vredig hoekje dat rust en kalmte ademt. Deze oase in het hart van het bos is het Onze-Lieve-Vrouwklooster van Hurtebise.

Ver van het soms jachtige en stresserende dagelijks leven onthalen de benedictinessen hier sinds 1938 al wie even wil uitblazen om de emotionele, geestelijke en spirituele batterijtjes weer op te laden.

Herbronnen in Hurtebise

À Saint-hubert

E - Wandelen. Het grote Ardense bos


In deze mythische contreien zijn een aantal grootse gastheren helaas verdwenen. Stel u voor, 900 jaar geleden leefde hier nog de 'rossige' bizon, het grootste wild, dat in bendes van tien tot vijftien door de bossen raasde. Karel de Grote jaagde graag op de Europese bizon, zoals de oeros, de voorvader van onze runderen. Alles was indrukwekkend voor de pelgrim of de handelaar die zich in het bos waagde, en dan vooral de bruine beer die er drie tot vier maanden overwinterde. Wee degene die hem durfde te storen! In de lange winters trokken uitgehongerde roedels wolven door de Ardennen. ’s Nachts hoorden de doodsbange boeren het ijzingwekkende gehuil tot in hun huisjes. Het middeleeuwse bos was bevolkt met tal van wilde dieren en strekte zich uit over meer dan 700 km, van de rand van Parijs tot de Rijn. Wandelen in het bos, was in die tijd geen goed idee…

Wist u dit?

Het bos blijft het eerste gebied om te veroveren. Toen ze het bos gingen ontginnen, maakten de monniken tegelijk zoveel mogelijk komaf met de duivelse krachten van het heidens bijgeloof.

 

Goed idee

Wees niet bang, het bos van Saint-Hubert is vandaag veel gastvrijer! Het is er nu heerlijk wandelen. Onze favoriete wandelingen zijn echter de routes naar het bos van Koning Albert. Een zeer mooie NGI-kaart groepeert alle andere bewegwijzerde wandelingen.

Om verder te gaan

Wandelkaart 'Saint-Hubert' te koop bij de toeristische dienst Maison du Tourisme du Pays de Saint-Hubert.

À Saint-hubert

F - Het museum Pierre Redouté


De 'Rafaël van de bloemen' werd in 1759 in Saint-Hubert geboren. Hij werd verbannen naar Parijs, waar hij samen met de groten van deze wereld schilderde. Hij benut zijn talent als aquarelschilder om tekeningen van bloemen en planten te maken voor de beroemdste plantkundigen van zijn tijd. Deze aanleg in het tekenen van de flora opent voor hem grote deuren. Hij wordt benoemd tot tekenaar aan het hof van de Franse koning. Deze man die de grootste politieke omwentelingen zal meemaken, kende een ongewone levensloop. Koningin Marie-Antoinette, keizerin Joséphine en Louise-Marie d’Orléans, de eerste koningin der Belgen, zullen zijn leerlinges zijn.

Contact
rue Redouté, 11
6870 Saint-hubert
Tel : 0032(0) 49 89 02 822
Web : https://www.museepjredoute.be

À Saint-hubert

G - De Converserie

De Converserie ligt langs de snelweg en was altijd al een afspanning voor reizigers. In wat nu een onthaalcentrum is, konden vroeger pelgrims, reizigers en armen terecht.

 

Wist u dit?

De 'Converserie' dankt haar naam aan de Franse benaming voor lekenbroeders, 'frères convers', die handenarbeid verrichtten in het bos. Omdat ze lager van rang waren, mochten zij zich niet in de abdij wijden aan studie en aan het Opus Dei, het werk van God.

Wandelen


'Le Rouge Poncé'

In het Sylva Arduina, het grote Ardense bos, mengen uw stappen zich onder afdrukken van de fauna. Het omsluit u en wordt reusachtig wanneer het zich bij dageraad in de nevelslierten hult en zijn contouren niet meer te onderscheiden zijn. Deze wandeling ontsluiert de ziel van het grote groen en het wonderbare. Het woud was in de tijd van Julius Caesar ondoordringbaar en zal nadien door de mens getemd worden, die er zal uithalen wat hij kan. Pragmatisch maar dromend wanneer hij het met fantastische wezens bevolkt, maar als weerspiegeling van zijn angst als hij het betreedt. Wie in het bos van Saint-Hubert wandelt en de moeite neemt om te luisteren, te voelen, voelt nog overal dat wonderbare aan. De beek de Masblette fonkelt en huppelt van rots naar rots. De eikenzuilen bij 'Le Rouge Poncé' zetten ramen van licht open als in een kathedraal. Alles leent zich tot interpretatie, om een eigen legende te bedenken. Twintig kilometer lang, maar eentonig wordt het nooit.

Wist u dit?

Het berkenbos van 'Le Rouge Poncé' is het oudste domaniaal natuurreservaat van het Waals Gewest, want het werd al aangelegd in 1969! Dit verbazende berkenbos was vroeger wel vaker te vinden in de Ardennen, maar droogde nadien uit voor de productie en de exploitatie van naaldbomen.

 

Praktisch

Afstand: 20 km

Bewegwijzering: blauwe rechthoek

Moeilijkheidsgraad: moeilijk

Duur: 5 uur

Vertrek: rijd op de nationale 89 naar de vlieghaven. Parkeergelegenheid aan de rondweg.

Om verder te gaan

Wandelkaart 'Saint-Hubert' te koop op de toeristische dienst Maison du Tourisme du Pays de Saint-Hubert.

Wandelen


'De veenlanden van Basseille'

In de vroege ochtend vlijde zich de rijm neer over het onmetelijk bos van Saint-Hubert. De eiken en beuken zijn beelden van ijs tot de zon door de nevel klieft en het lichaam warmt. In Laneuville-au-Bois stort de weg zich meteen in het groot massief. Wat is de natuur toch dichtbij in dit gehucht aan het eind van de wereld! Na enkele stappen zijn we al verkocht. Hoe verder we lopen, hoe dieper we in het bos 'of no return' trekken. Het lijkt wel eindeloos door te gaan! Zonder daarom ook maar enigszins somber of duister te ogen. Het gebladerte vangt een deel licht op, maar laat de zon ook stralen op de bodem, de beken, het gesteente. De weg mondt uit in een verloren vallei, met enkele her en der verspreide berken in het midden van een veengebied. En geen enkel geluid … Sluit de ogen en luister naar deze stilte van de weidse ruimtes.

Goed idee

In het bos van Saint-Hubert staan vier waarnemingsposten verspreid, een lust voor ogen en zinnen! Ze passen wonderwel in de natuur. Met een beetje geluk kan u hier de wilde fauna zien zoals u ze nooit eerder zag, en zelfs bijna voelen. Deze vier posten zijn aangeduid op de heruitgegeven wandelkaart van Saint-Hubert.

 

Praktisch

Afstand: 13 km

Bewegwijzering: geel kruis

Moeilijkheidsgraad: moeilijk

Duur: 5 uur

Vertrek: rijd op de nationale 89 naar de vlieghaven. Parkeergelegenheid aan de rondweg.

Om verder te gaan

Wandelkaart 'Tellin' te koop bij de toeristische dienst Maison du Tourisme du Pays de Saint-Hubert.

À Saint-hubert

H - Toeristisch onthaal


Maison du Tourisme du Pays de St Hubert

place du Marché, 15 - 6870 Saint-Hubert

Tél. : +32 (0)61/61.30.10

info@saint-hubert-tourisme.be

www.saint-hubert-tourisme.be

Open alle dagen van 9 tot 17.30u.

Gesloten op 01/01 en 25/12

À Fourneau Saint-Michel

I - De ijzersmelterijen


1780… De kas van de abdij van Saint-Hubert is leeg! De abt vat het plan op om hoogovens te bouwen, en snel. Ambitieus als hij is, wil hij het monopolie van de Luikse metaalbewerkers breken, want daar kende die nijverheid een hoge opvlucht. De keuze van de locatie is vlug gemaakt: het wordt Saint-Michel. Het kader is ideaal. De bossen leveren de nodige brandstof aan voor de hoogovens: houtskool. En de sterke stroming van de rivieren zorgt dan weer voor de energie om de blaasbalgen en hamers aan te drijven, de zogenaamde maka’s. 'Het is de mooiste hoogoven van de provincie …' stelt de abt trots. Maar zoals iedereen weet, is haast en spoed zelden goed. De mannen zijn onhandig. Zij zijn eerder de houthakkersbijl gewend. Het erts van Jemelle is van povere kwaliteit, het begint slecht! In de nieuwe wereld rommelen de kanonnen, de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog begint. Benjamin Franklin, de toekomstige president, komt naar Europa en koopt wapens, veel wapens. In Luik kloppen de maka’s dag en nacht. De vurige stede wordt het wapenmagazijn van de Revolutionairen. De abt wil zijn deel van de koek en zal ook kanonnen gaan fabriceren. De morele opvattingen moeten maar eventjes opzijgezet worden. Helaas produceert de smelterij te snel de kanonmonden. Ze zullen één na één ontploffen… Het is een ramp. De hoogoven die zoveel rook en stof spuwde, wordt voor altijd gedoofd.

Goed idee

Het gebouw van de smelterij, de kolenhal en de hoogoven bleven bewaard en zijn vandaag de stille getuigen van de grootheidswaanzin van de ondernemende abt.

À Fourneau Saint-Michel

J - Een openluchtmuseum


Het schetst, in meer dan vijftig gebouwen, de landelijke architectuur in het Wallonië van eind de negentiende, begin twintigste eeuw. Langs een parcours van 600 meter ontdekt u de huizen uit tien geografische zones, ten zuiden van de as Samber en Maas, zoals de streek van de Semois, de Gaume, de oostelijke Ardennen, de Condroz of Haspengouw. Opmerkelijk is dat deze originele constructies ter plaatse gedemonteerd werden en hier getrouw werden heropgebouwd, net als hun binneninrichting trouwens!

Een verdiepend artikel

Goed idee

Dit museum is een reis in de tijd en geeft het leven in Wallonië in de negentiende eeuw goed weer. We raden het u sterk aan na de wandelingen van Fourneau Saint-Michel of Saint-Hubert.

Wandelen

De vallei van de Masblette

In 1771 wil de laatste abt van Saint-Hubert, Dominique Spirlet, de abdij weer al haar luister geven. Hij industrialiseert de vallei van de Masblette met de bouw van een hoogoven. Om het nodige water aan te brengen, worden kunstmatige vijvers aangelegd en eeuwenoude eiken omgehakt. Dit industrieel verhaaltje duurde echter niet lang. In 1781 vallen de hoogovens al weer stil, omdat de kwaliteit van het geproduceerde ijzer lang niet voldeed.

Goed idee

De sporen van deze kortstondige nijverheid zijn nog goed zichtbaar langs de route die van aan het museum de rivier volgt.

Praktisch

Afstand: 9 km

Bewegwijzering: rode rechthoek

Moeilijkheidsgraad: gemiddeld

Duur: 3 uur

Vertrek: van aan het IJzermuseum (gesloten wegens restauratie) langs de N849, meteen achter het Museum van het Landelijk Leven.

Om verder te gaan

Wandelkaart 'Saint-Hubert' te koop bij de toeristische dienst Maison du Tourisme du Pays de Saint-Hubert.

À Mirwart

K - Het domein


Mirwart is als een eilandje in het hart van de meest uitgestrekte bossen van het land. De 1.350 hectare van het provinciaal domein zijn grotendeels bedekt door een prachtig woud met verschillende boomsoorten. Op het domein is er ook een viskwekerij, die vermaard is voor de kwaliteit van haar farioforellen. Deze visteelt kan u helemaal volgen als u één na één langs deze vijvers loopt die door het grote bos worden omringd.

Wist u dit?

Het domein van Mirwart was vroeger, in de handen van vooraanstaande families zoals de La Marcks en de Arenbergs, zeer machtig. Het bos was uiteraard zijn grootste rijkdom. De stammen werden ter plaatse in stukken gekapt en vaarden dan op vlotten op de Lhomme en de Lesse naar het Maasbekken, waar ze tot eind de achttiende eeuw werden gebruikt door de glasmakers en voor de hoogovens.

Goed idee

Op wandel door het domein ontdekt u het wondermooi aangelegd hoogopgaand woud van Mirwart. Hier huizen verschillende soorten bomen samen. Zo merkt u onderweg beslist de ranke beuken en het spel dat ze spelen met het licht.

Om verder te gaan

Wandelkaart 'Saint-Hubert' te koop bij de toeristische dienst Maison du Tourisme du Pays de Saint-Hubert.

À Mirwart

L - Het struikroversfort


Het kasteel van Mirwart ligt op een rotspiek boven de vallei van de Lhomme. Het werd een lustverblijf in de achttiende eeuw. Vroeger stond hier een fort, dat opgetrokken werd door een Lotharingse heer. Deze wou zich inderdaad beschermen tegen de oorlogszuchtige heren van Bouillon en van Orchimont. De heren van Mirwart werden wel snel zelf niets ontziende verdrukkers …

Wist u dit?

Stroomafwaarts van het domein van Mirwart getuigt de molen nog van het woelige verleden van de heerlijkheid. Deze banale molen, waar de heren belastingen inden, werkte nog tot in 1918. Nadien raakte hij in verval. In 1951 koopt de provincie Luxemburg de ruïnes over. Vandaag is het een 'gîte d’étape'. Stroomafwaarts ontdekt u het domaniaal natuurreservaat 'Le Pré des Forges', een vrij toegankelijke alluviale vlakte van 24 hectare.

Wandelen


Wandelen

Waterweg
De route volgt die waterwegen die de lemmeten van de zagerijen bevoorraden. Het spel van het licht, de bladeren die zich weerspiegelen in de vele vijvers, hadden zeer goed de impressionistische schilder Monet kunnen inspireren. In het begin van de negentiende eeuw had Parijzenaar Aimé Gabriel, de eigenaar van de kristalfabriek van Vôneche, dringend nood aan hout om zijn fabriek te doen draaien die de brandstof verslond. Hij kocht het domein van Mirwart en legde er vijvers en dammen aan. De beek de Mârseau wordt gekanaliseerd en aangelegd en zijn water zal de zagerijen doen werken. Om het kostbare hout naar de vallei te brengen, wordt in Mirwart een buurtspoorweg gebouwd. De stenen brug van Artigues getuigt nog van dit industrieel verleden in het hart van de Ardennen.

Praktisch

Afstand: 5 km

Bewegwijzering: rode driehoek

Moeilijkheidsgraad: gemakkelijk

Duur: 2 uur

Vertrek: aan het onthaalcentrum van het domein, wandelborden naast de parking.

Om verder te gaan

Wandelkaart 'Saint-Hubert' te koop bij de toeristische dienst Maison du Tourisme du Pays de Saint-Hubert.

Wist u dit?

De Ardense bodem is onwillig, leent zich niet gemakkelijk voor enige teelt. De mens rekent dus op het bos voor zijn levensonderhoud. In de vijftiende eeuw zullen de kolenbranders het dan ook volop ontginnen. De ontbossing van het groot massief gaat nog verder tot de negentiende eeuw. Op de open plekken in het bos wordt houtskool gefabriceerd, in de zogenoemde 'aires de faulde'. Rond een centrale schoorsteen stapelt de kolenbrander stukken hout tot een meiler, die hij met aarde bedekt. Zonder zuurstof gaat het hout verkolen, dit wil zeggen dat het zijn vochtigheid en zijn plantaardige stof verliest. De kolenbranders, die ruige mannen waren, leefden enkele weken in het bos om die haarden te bewaken, maar toch liep het al eens mis met bosbranden tot gevolg. Links van de weg werd één van hun hutten heropgebouwd.