Uitkijkpunt Hochfels

RIVIEREN EN VALLEIEN

RIVIEREN EN VALLEIEN VOL VERHALEN

Goud? Wat zegt u? Ja, goud. In 1896 kende de Ardennen een heuse goldrush, inclusief
avonturiers, dranklokalen, noeste werkers, een handvol winnaars en veel verliezers. Plaats van
handeling: de vallei van de Amblève, één van de talrijke rivieren en beken die de Ardennen
door de eeuwen heen hun vorm hebben gegeven.

 

In tegenstelling tot Amerika, is in België weinig tastbaars te vinden van deze opwindende periode. Een ghosttown was leuk geweest, maar we moeten het doen met herinneringen in het landschap. Zo zijn er langs de Amblève en haar 130 zijriviertjes talrijke heuvels te zien. Het zijn de stille getuigen van de goudkoorts: riviergrond die is gewassen, gezeefd en aan de kant gegooid.

Een mozaïek van riviertjes, stoompjes en beken

Puur landschap

De Ardennen vormen een netwerk, een puzzel, een mozaïek van riviertjes, stoompjes en beken. Met de Maas – de enige echte rivier – als kloppende slagader. Het grootste deel van de waterwegen mondt ook uit in de Maas die zich vanuit Langres via de Vogezen en de Ardennen een weg baant naar de Noordzee. Goed voor zo’n 1.000 kilometer.

De Maas bracht door de eeuwen heen welvaart, handel en industrie, maar ook oorlog naar de regio. Als natuurlijke grens speelde het altijd een belangrijke rol bij burenruzies tussen landen en vorstendommen. Niet voor niets vind je hier talrijke citadellen, vestingen en kastelen.

Een gelukje: elke nieuwe heerser wilde zijn rijkdom en macht tonen met prachtige gebouwen, paleisjes met weelderige tuinen of verfraaiingen aan bestaande steden zoals Luik, Namen, Dinant, Charleville-Mézières en Sedan.

 

Drie huizen een dorp

De rivieren en beken tekenen niet alleen het landschap van de Ardennen, ze vertellen ook bijzondere verhalen. Neem de Semois, de rivier die onafgebroken door de heuvels lijkt te meanderen. Zo populair als het watertje nu is bij kajakkers, vissers, wandelaars en badgasten, zo geliefd was het in de vorige eeuw bij rokers. Op de broeierige flanken verbouwden de boeren tabak voor de florerende sigarenindustrie.

Zo heeft elke rivier zijn verhaal. De Ourthe, Semois, Lesse, Maas, Amblève en Sûre zijn de bekendste namen, maar ze worden allemaal gevoed door kleinere waterlopen die soms nog mooier zijn ook. Neem de Lienne, de Our of de Almache, die uitmonden in de Lesse. Ze voeren door puur landschap, waar drie huizen een dorp zijn en de koeien in de kleine weilanden nog tot aan hun knieën in het gras staan.

Het water kabbelt er voorzichtig door een zalig bos

Kunstenaars

Water. Het stroomt, kabbelt en klettert zonder zich iets aan te trekken van de grenzen. België, Frankrijk, Luxemburg. Het maakt het water niet uit. Honderdduizenden jaren lang hebben de rivieren hun loop gepolijst. Steeds een klein beetje dieper. Dwars door zand en steen. Het heeft prachtige valleien opgeleverd. Soms open en wijds, soms nauw en steil.

Het netwerk van water inspireerde kunstenaars, onder wie Victor Hugo, Arthur Rimbaud en de schrijver en dichter Pierre Nothomb. Bij het Chateau du Pont d’Oye – ooit zijn eigendom – ligt hij begraven aan het water van La Rulles, een zijrivier van de Semois. De enthousiaste verhalen van deze artiesten zette anderen ertoe aan om ook naar de Ardennen te reizen. Vakantie en toerisme werden geboren.

 

Luilekkerland

Het mooist van de valleien is de verrassing. Lopend, fietsend of peddelend, gebeuren er altijd onverwachte dingen. Van een verlaten watermolen tot een brug van geweven twijgen. En van grootse vergezichten tot een verborgen waterval, zoals in de Ninglinspo, een zijrivier van de Amblève en vanwege het verval van het water de enige officiële bergbeek van België.

Het water kabbelt er tegenwoordig voorzichtig door een zalig bos, waar bladeren het zonlicht filteren. Vogels fluiten, bomen kraken. Aan de rand van het water liggen wat heuvels. Zouden dat de getuigen van de 19de-eeuwse goldrush zijn? Geen idee. Het doet er niet toe. Het verhaal is al mooi van zichzelf. Of zoals een regionale krant destijds hoopvol schreef: ‘Een soort eldorado, een nieuw Californië, dat onze arme en schilderachtige Ardennen zal veranderen in een luilekkerland.’